Katholicisme vs Christendom
Wat gelooft het Katholicisme eigenlijk en in hoeverre lijkt dit op het Christendom? Ontdek de overeenkomsten en verschillen.
Oorsprong
Met de ‘Katholieke kerk’ wordt meestal de ‘Rooms-katholieke’ kerk bedoeld, die formeel sinds het jaar 325 zich zo noemt. ‘Katholiek’ betekent ‘Universeel’, waarmee zij zich als de ware algemene/universele kerk willen presenteren. De rooms-katholieke kerk is de grootste religie wereldwijd.
Kenmerken
1. De bisschop van Rome (Paus)
Volgens de rooms-katholieke kerk is het nodig dat er één paus aan de top van de hierarchie staat van de kerk. Volgens hen is de Paus de opvolger van Petrus. Het vaticaan is het besturend orgaan van de katholieke kerk en is gevestigd in Italië. De Paus staat aan de top van de Rooms-katholieke kerk en wordt sinds 1870 zelfs als ”onfeilbaar” beschouwd. Dit betekent dat wanneer hij iets onderwijst (specifiek: ex cathedra), dat zijn woorden als gezaghebbend moeten worden beschouwd. Dit is enorm gevaarlijk, want zo zijn er door de afgelopen 2.000 jaar valse leringen de kerk binnengedrongen, ook vóórdat de ”Onfeilbaarheid van de Paus” formeel werd vastgelegd als dogma.
In de Bijbel lees je nergens de opdracht dat het noodzakelijk is om een Paus te hebben; sterker nog er staat:
Maar u mag zich geen rabbi laten noemen, want Eén is uw Meester, namelijk Christus; en u bent allen broeders. En u mag niemand op de aarde uw vader noemen, want Eén is uw Vader, namelijk Hij Die in de hemelen is. En u mag niet meesters genoemd worden, want Eén is uw Meester, namelijk Christus. – Mattheüs 23:8-10
De hele leer van het Pausdom inclusief de bijkomende status baseert de katholieke kerk op deze ene Bijbeltekst:
En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn. – Mattheüs 16:18-19
1. Context van de ‘Rots’ (Petra)
Betekenis van Petra: Protestanten betogen dat “petra” niet noodzakelijkerwijs naar Petrus persoonlijk verwijst, maar naar de geloofsbelijdenis die hij net heeft uitgesproken: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God” (Matteüs 16:16). In dit licht wordt de “rots” gezien als de fundamentele geloofswaarheid over Jezus Christus, en niet Petrus zelf.
Argumentatie: Dit kan worden ondersteund door het feit dat in het Grieks “Petros” (Petrus) een kleine steen of een los gesteente betekent, terwijl “petra” een grote rotsformatie aanduidt. Deze nuance kan suggereren dat Jezus refereerde aan de geloofsbelijdenis (de grote rots) en niet aan Petrus (de kleine steen).
2. Geen Exclusieve Autoriteit
Sleutels van het Koninkrijk der Hemelen: Terwijl Jezus Petrus de “sleutels van het Koninkrijk der hemelen” geeft in Matteüs 16:19, geeft Hij in Matteüs 18:18 dezelfde bind- en ontbindmacht aan alle discipelen: “Voorwaar, Ik zeg u: alles wat u op de aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn, en alles wat u op de aarde ontbindt, zal in de hemel ontbonden zijn.”
Argumentatie: Dit suggereert dat de autoriteit om te binden en te ontbinden niet exclusief aan Petrus wordt gegeven, maar aan de gemeenschap van gelovigen als geheel, wat in lijn is met het protestantse idee van het priesterschap van alle gelovigen.
3. Geen Hiërarchische Structuur in de Vroege Kerk
Eerste Kerkpraktijken: Er zijn geen directe aanwijzingen in het Nieuwe Testament dat Jezus een hiërarchische structuur met één enkele leider (zoals een paus) instelde. De vroege kerk werd eerder collegiaal geleid door een groep apostelen en oudsten.
Argumentatie: De Handelingen der Apostelen en de brieven van Paulus laten zien dat de vroege kerk gemeenschappelijk werd geleid, zonder een duidelijk hiërarchisch hoofd zoals een paus. Beslissingen werden vaak in overleg genomen, zoals te zien is in de apostelvergadering in Handelingen 15.
4. Tekort aan Verdere Vermeldingen
Gebrek aan Verdere Instructie over het Pausdom: Jezus spreekt nergens elders in het Nieuwe Testament expliciet over de instelling van een pausdom zoals we dat nu kennen. Er is een opvallend gebrek aan verdere uitleg of bekrachtiging van Petrus’ unieke rol als hoofd van de gehele kerk in de rest van de evangeliën en brieven.
Argumentatie: Als het pausdom een centraal onderdeel van Jezus’ plan voor de kerk zou zijn geweest, zou men verwachten dat er meer directe en herhaalde verwijzingen naar deze structuur zouden zijn in de Schrift. Het ontbreken hiervan kan worden geïnterpreteerd als een aanwijzing dat Jezus deze hiërarchische structuur niet voor ogen had.
Conclusie
De protestantse interpretatie stelt dat de “rots” waar Jezus over spreekt in Matteüs 16:18 eerder de geloofsbelijdenis van Petrus is dan Petrus zelf. De autoriteit die aan Petrus wordt gegeven, wordt gezien als representatief voor de autoriteit van alle gelovigen, zoals verder geïllustreerd in Matteüs 18:18. Bovendien, de vroege kerkpraktijken en het gebrek aan verdere vermeldingen over een hiërarchisch pausdom in het Nieuwe Testament ondersteunen de visie dat Jezus geen hiërarchische kerkstructuur met een paus instelde. Dit leidt tot de conclusie dat de protestantse interpretatie plausibel en consistent is met de bredere context en inhoud van de Bijbel.
Wat velen niet weten is dat pas in de eind 4e eeuw men begon met de bewering dat de Paus de eindgezaghebber zou zijn. Voorheen gebruikte men ook niet de term Paus, maar ”Bisschop van Rome” waarbij deze bisschop gelijkwaardig was aan andere kerkleiders. Lees meer hieronder.
Vroege Jaren van het Christendom
Status van de Bisschop van Rome:
- In de eerste drie eeuwen na Christus werd de bisschop van Rome gezien als een belangrijke kerkelijke leider, vooral vanwege de aanwezigheid en het martelaarschap van de apostelen Petrus en Paulus in Rome. Echter, deze status was grotendeels gebaseerd op eer en respect, niet op een expliciet geformuleerde theologische of juridische superioriteit.
Brieven en Interventies:
- Sommige vroege bisschoppen van Rome, zoals Clemens I (rond 96 n.Chr.), schreven brieven aan andere kerken en namen soms een leidende rol in kerkelijke zaken. Deze acties suggereren een zekere mate van gezag, maar niet een formele erkenning van primaat zoals dat later zou worden gearticuleerd.
Opkomst van de Idee van Pauselijke Primaat
Late 4e Eeuw:
- In de late 4e eeuw begonnen bisschoppen van Rome explicieter te claimen dat hun autoriteit gebaseerd was op de opvolging van Petrus. Dit werd met name gepromoot door Paus Damasus I (366-384 n.Chr.), die de Petrinische erfenis benadrukte en de bisschop van Rome begon te profileren als de leidende figuur van de kerk.
Paus Leo I (440-461 n.Chr.):
- Paus Leo I, ook bekend als Leo de Grote, speelde een cruciale rol in het articuleren en versterken van het idee van de pauselijke suprematie. Hij benadrukte in zijn brieven en preken dat de bisschop van Rome de opvolger van Petrus was, met een unieke en superieure autoriteit binnen de kerk. Zijn Tomus (brief) aan het Concilie van Chalcedon in 451 werd breed geaccepteerd en droeg bij aan de ontwikkeling van de leer van het pauselijke primaat.
Voorafgaand aan de Late 4e Eeuw
Collegialiteit en Gelijkheid:
- Voor de late 4e eeuw werden de bisschoppen van Rome inderdaad vaak gezien als primus inter pares (“eerste onder gelijken”). Ze hadden aanzien en invloed, maar hun gezag werd niet als intrinsiek superieur aan dat van andere belangrijke bisschoppen zoals die van Alexandrië, Antiochië, Jeruzalem en later Constantinopel beschouwd.
Regionale Synoden en Concilies:
- Beslissingen binnen de vroege kerk werden vaak genomen door regionale synoden en concilies, waarbij de bisschoppen gezamenlijk zaken bespraken en besluiten namen. Dit duidt op een meer collegiale en gedeelde vorm van kerkelijk bestuur.
Conclusie
Pas tegen het einde van de 4e eeuw begon de bisschop van Rome expliciet te worden aangeduid als de opvolger van Petrus met een unieke en superieure autoriteit. Voor die tijd werd de bisschop van Rome gerespecteerd en had hij aanzien, maar werd hij gezien als een belangrijke bisschop onder gelijken, zonder formeel gedefinieerde en erkende suprematie over andere bisschoppen. De theologische en juridische basis voor de pauselijke suprematie, zoals die later in de katholieke kerk zou worden ontwikkeld, begon zich duidelijker te vormen in de late 4e en vroege 5e eeuw, met belangrijke bijdragen van pausen zoals Damasus I en Leo I.
2. Een andere Bijbelvertaling
2a. De Katholieke kerk heeft een tijdje de Bijbel zelfs verboden voor het ''gewone volk''
De Katholieke kerk heeft van de 6e eeuw tot maarliefst de 16e eeuw een verbod uitgebracht op het lezen van de Bijbel door het ”gewone” volk in een andere taal dan Latijn. Het ”gewone” volk sprak doorgaans geen Latijn. Hierdoor konden de Priesters de macht in handen houden en was de ”gemiddelde” mens volledig afhankelijk van de priester, die de echte kennis bezat. Vervolgens zijn er allerlei tradities, rituelen en menselijke ideeën de kerk binnen gebracht die niets meer met de Bijbel of God te maken hebben, maar enkel gericht zijn op macht en geld. De nare gevolgen hiervan zien we vandaag de dag nog steeds.
Om dicht bij de waarheid te blijven zijn wij overtuigd dat de Bijbel voor iedereen in zijn eigen taal beschikbaar moet kunnen zijn. Dit om te zorgen dat mensen niet het geloof gaan ”misbruiken” zoals we in de geschiedenis hebben gezien en op sommige plekken nog steeds gebeurd.
2b. Een andere Bijbelvertaling
De katholieke gemeenschap hanteert met name de Willibrordvertaling en de Petrus Canisius vertaling. Hier een vergelijk:
- Willibrordvertaling: Gebaseerd op de Hebreeuwse en Griekse teksten, maar met invloeden van de Septuagint en Vulgata.
- Petrus Canisiusvertaling: Gebaseerd op de Vulgata, met verwijzingen naar de Hebreeuwse en Griekse grondteksten.
- Herziene Statenvertaling: Gebaseerd op de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse teksten, met een moderne tekstkritische benadering. Deze wordt buiten de katholieke gemeenschap binnen het Christendom gebruikt.
Deuterocanonieke Boeken
De deuterocanonieke boeken die in de katholieke Bijbel worden opgenomen, maar niet in de protestantse Bijbel, zijn:
- Tobit
- Judit
- Wijzen van Jezus Sirach (Ecclesiasticus)
- Wijsheid van Salomo
- Baruch (inclusief de Brief van Jeremia)
- 1 Makkabeeën
- 2 Makkabeeën
- Toevoegingen aan Esther (delen die niet in de Hebreeuwse tekst voorkomen)
- Toevoegingen aan Daniël (Gebed van Azarja, Suzanna, Bel en de Draak)
Oorsprong en Auteurs
- Tobit en Judit: Het auteurschap is onbekend, maar deze boeken zijn waarschijnlijk geschreven in de 2e eeuw voor Christus.
- Wijzen van Jezus Sirach (Ecclesiasticus): Geschreven door Jezus Sirach in de vroege 2e eeuw voor Christus.
- Wijsheid van Salomo: Vaak toegeschreven aan koning Salomo, maar waarschijnlijk geschreven in de 1e eeuw voor Christus door een Joodse auteur in Alexandrië.
- Baruch en de Brief van Jeremia: Traditioneel toegeschreven aan Baruch, de secretaris van de profeet Jeremia, hoewel het werk waarschijnlijk later is geschreven.
- 1 en 2 Makkabeeën: Geschreven door verschillende anonieme auteurs, waarschijnlijk in de 2e eeuw voor Christus.
- Toevoegingen aan Esther en Daniël: Geschreven door verschillende onbekende auteurs als uitbreidingen op de bestaande Hebreeuwse teksten.
Waarom komen de deuterocanonieke boeken niet in de HSV voor?
De reden dat de deuterocanonieke boeken niet in de Herziene Statenvertaling (en andere protestantse Bijbels) voorkomen, heeft te maken met historische en theologische beslissingen die in de Reformatieperiode zijn genomen:
Joodse Canon: De protestantse hervormers baseerden hun canon op de Hebreeuwse Bijbel (de Tanach), die de deuterocanonieke boeken niet bevat. Deze boeken werden niet opgenomen in de Hebreeuwse canon die door de Joodse gemeenschap in Palestina werd gebruikt.
Septuagint: De deuterocanonieke boeken maken deel uit van de Septuagint, de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel, die veel werd gebruikt door de vroege christelijke kerk. De katholieke kerk accepteerde de Septuagint als gezaghebbend, inclusief de deuterocanonieke boeken.
Reformatie: Tijdens de Reformatie besloten protestantse leiders, zoals Maarten Luther, de Bijbel te vertalen vanuit de Hebreeuwse en Griekse grondteksten die als canoniek werden beschouwd door de Joodse gemeenschap en de vroege christelijke kerk. Luther en anderen verwierpen de deuterocanonieke boeken omdat ze niet in de Hebreeuwse canon stonden en twijfels hadden over hun gezag.
Conclusie
De deuterocanonieke boeken zijn onderdeel van de katholieke Bijbel vanwege hun opname in de Septuagint en de historische acceptatie door de katholieke kerk. Ze worden niet opgenomen in de Herziene Statenvertaling en andere protestantse Bijbels omdat de protestantse hervormers de Hebreeuwse canon als normatief beschouwden en de deuterocanonieke boeken niet als gezaghebbend erkenden.
3. Symboliek en rituelen
De katholieke kerk hanteert bepaalde symboliek en rituelen, die je in de oorspronkelijk Bijbel NIET terugvindt. Dit is schokkend, want mensen krijgen hierdoor het ”gevoel” dat ze religieus bezig zijn, terwijl ze het ”geloof” uit het oog kunnen verliezen. Daarbij lijken we zelfs occulte symboliek tegen te komen, wat al helemaal suggereert dat deze religie niet van God afkomstig is, maar gebruikt wordt door de satan/duivel:
Plaatje: Let eens goed op de achtergrond achter de troon van het Vaticaan
4. Sacramenten
Het Christendom kent de Doop en het Heilig Avondmaal. Binnen de niet-katholieke christelijke kerken gelden deze als onderdeel van de samenkomst, maar zijn ze niet essentieel om gered te worden. Binnen de katholieke kerk worden er 7 sacramenten gedefinieerd die je hoort te volgen om gered te kunnen worden:
- De Eucharistie (Het Heilige Avondmaal, maar dan net iets anders)
- De Doop
- Vormsel
- Biecht
- Huwelijk
- Priesterwijding
- Ziekenzalving
De niet-katholieke christelijke gemeenschap herinnert de katholieke kerk daarom vaak aan de volgende Bijbeltekst:
Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen. – Efeze 2:8-9
4a. Eucharistie
De Rooms-Katholieke kerk gelooft dat bij het vieren van de Eucharistie (Christenen noemen dit Heilig Avondmaal), het brood letterlijk veranderd in het lichaam van Jezus, en het bloed letterlijk veranderd in het bloed van Jezus. Ze geloven dus dat Jezus iedere keer weer letterlijk wordt geofferd (Bron). De Bijbel leert echter dat het brood en de wijn niet letterlijk Jezus zijn, maar ”symbool” staan voor het offer wat Jezus bracht aan het kruis.
5. Het celibaat
De paus en bisschoppen hanteren het zogenoemde ‘Celibaat’. Dit betekent dat zij niet mogen trouwen. Het schokkende nieuws is dat de Bijbel hier over spreekt:
- Maar de Geest zegt uitdrukkelijk dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof en zich zullen wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen, door huichelarij van leugenaars, die hun eigen geweten als met een brandijzer hebben toegeschroeid. Zij verbieden te trouwen en gebieden zich te onthouden van voedsel, dat God geschapen heeft voor de gelovigen en voor hen die de waarheid hebben leren kennen, om onder dankzegging aanvaard te worden.
Zou deze ‘lering van demonen’ een oorzaak kunnen zijn van het misbruik binnen de kerk?
6. Rijkdom en vastgoed
De katholieke kerk heeft enorm veel geld geïnvesteerd in de indrukwekkende gebouwen wereldwijd. Geld wat over het algemeen goed gebruikt had kunnen worden om mensen te helpen werd gestoken in dure bouwprojecten en nu nog steeds het onderhouden daarvan. In de Bijbel wordt nergens opgeroepen om deze zaken te doen, sterker nog er wordt gewaarschuwd voor het kunnen zien van geld als afgod. Christenen horen wijs met hun middelen om te gaan, met name om de boodschap van Christus wereldwijd te verspreiden, zodat iedereen wordt aangespoord de keuze voor Jezus te maken voordat het te laat is.
Er zijn tijden geweest dat het ”gewone volk” zelfs zonden kon afkopen door geld te geven aan de kerk. De term ”Aflaten” zal je misschien wel iets zeggen. Later is dit afgeschaft, al mag het duidelijk zijn dat de corruptie binnen de katholieke kerk nog niet per se verdwenen is.
7. Het kussen van de ring
De traditionele manier waarop men een bisschop begroet bestaat in het knielen en het kussen van zijn ring. Wat weinigen weten is dat de Kerk deze akte van nederigheid en respect voor het kerkelijk gezag beloont met de vergiffenis van dagelijkse zonden (maar niet doodzonden). De reden waarom de hand van een bisschop gekust wordt (en in de latijnse wereld ook de hand van een priester), is omdat de handen van bisschoppen en priesters geconsacreerd zijn. Hun handen zijn daarom het ultieme symbool van het priesterschap. De ring van een bisschop symboliseert het apostolisch gezag.
Wie de ring kust stelt zich dus nederig op t.a.v. en conformeert zich aan dat apostolisch gezag. Elke keer dat men te communie gaat worden dagelijkse zonden trouwens ook vergeven. En in de traditionele ritus kust de misdienaar nog altijd het hand van de priester bij het aannemen van de baret, vlak voor het trappengebed begint. (Bron)
8. Kernmerken die je NIET terug vindt in de Bijbel
- de aanbidding / verering van Maria (of de onbevlekte ontvangenis van Maria,
- de altijddurende maagdelijkheid van Maria,
- de Maria-Tenhemelopneming,
- Maria als “mede-verlosser” of als mede-bemiddelaar)
- het bidden tot heiligen in de hemel
- apostolische opvolging,
- de voorschriften voor het functioneren van de kerk zoals de sacramenten,
- de kinderdoop,
- het opbiechten van zonde tegenover een priester,
- het vagevuur,
- aflaten of het gelijke gezag van kerkelijke tradities en de Schrift.
- De vervolging en ter doorbrenging van mensen die iets anders geloven.*
*De katholieke kerk heeft, zeker tijdens de middeleeuwen, grote aantallen christenen vervolgd en vermoord, omdat zij zich niet wilden onderwerpen aan de leer van de rooms-katholieke kerk. Dit is zeer ernstig en gelukkig in de 21e eeuw niet meer het geval. Deze gebeurtenissen die zich eeuwenlang hebben afgespeeld, openbaren wat ons betreft ook wat er daadwerkelijk achter de katholieke kerk verscholen zit.
9. Maar 'Katholiek' betekent toch gewoon algemeen?
Veel mensen denken dat de katholieke kerk hetzelfde is als de christelijke kerk. De term ‘katholiek’ betekent ‘Algemeen’ of ‘Universeel’. Het is een term die vanaf de 2e eeuw gebruikt werd om de algemene kerk aan te duiden.
Hoewel het mooi zou zijn als de hele christelijke gemeenschap hetzelfde zou geloven, zien we in de praktijk dat het gebruiken van een term niet per se betekent dat een groep het bij het juiste eind heeft.
Tegenwoordig heeft de term ‘katholiek’ een hele andere lading gekregen, mede door de geschiedenis waarin zaken zich hebben ontwikkeld zoals het pausdom en zijn gezag. Dit in combinatie met de corruptie die zich in de katholieke kerk heeft ontwikkeld zorgde ervoor dat sommige christenen geen keuze hadden dan zich in eerste instantie af te scheiden van de term katholiek en op een gegeven moment zelfs een reformatie tot stand te brengen.
In de 21e eeuw spreekt het Vaticaan openlijk weer over een missie om de niet-katholieke christenen ’terug te brengen bij de moederkerk’. Dit klinkt allemaal mooi, maar gaat nooit gebeuren zolang bijvoorbeeld de paus gezien blijft worden als de baas van de kerk. We horen allemaal gelijkwaardig te zijn aan elkaar en zoals de Bijbel zegt:
Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. – 1 Timotheüs 2:5
Wat is waarheid?
Wij willen je aanmoedigen zelf onderzoek te doen en niet mensen, tradities of gevoel te volgen. Als we puur naar de Bijbel kijken zullen we zien wat de waarheid is. We hoeven dan geen onderdeel te zien van een ‘stroming’ of ‘instituut’ maar zijn gewoon ‘Christenen’, volgers van Jezus Christus. Lees meer:
Als we uitzoomen valt op dat de Rooms-katholieke kerk zelfs misschien wel meer overeenkomsten heeft met het occultisme dan met de Bijbel. Ontdek het zelf als we terug gaan in de tijd en kijken naar ”The Mystery Religion”:
Katholiek? Durf jezelf uit te dagen
Waar in de Bijbel.....
- Vinden we Petrus die zich de rol van een katholieke paus aanmatigt en uitoefent?
- Vinden we dat de vroege kerken Petrus behandelden zoals een paus?
- Vinden we dat één man het hoofd is van alle kerken?
- Wordt een bijzonder priesterdom (los van andere gelovigen) voor de kerken geleerd?
- Vinden we het ambt van zulke priesters in de vroege kerken?
- Vinden we een vereiste van celibaat?
- Vinden we dat de apostelen hun gezag doorgaven middels successie?
- Vinden we standaarden voor een voortgaand apostelschap?
- Vinden we iemand bidden tot Maria of tot iemand anders dan God?
- Wordt Maria de Moeder van God genoemd?
- Staat dat Maria de “Koningin van de Hemel” is?
- Vinden we de leer dat Maria zondeloos is?
- Vinden we dat Maria maagd gebleven is?
- Vinden we de doop van een baby, die te jong is om de geloven in Christus?
- Staat dat de kerk doden kan identificeren als heiligen tot wie men kan bidden?
- Vinden we gebeden voor de doden?
- Staat dat iemand die dood is kan bemiddelen voor de levenden?
- Vinden we iets over het vagevuur?
- Vinden we kerken die het sacrament van het vormsel praktiseren?
- Vinden we het gebed van het rozenhoedje, de rozenkrans of paternoster?
- Vinden we het gebruik van wijwater of heilig water?
- Vinden we paters, monniken, kloosterlingen en nonnen?
- Vinden we gewijde gebouwen zoals bv. kathedralen?
- Vinden we gewijde voorwerpen?
- Vinden we klokken, bellen, kaarsen of wierook?
- Wordt toegestaan beelden te vereren en te aanbidden?
- Vinden we het dragen van pronkgewaden?